vrijdag 2 december 2016

Kritiek op een evidence-based benadering van onderwijs

In 2006 publiceerde de onderwijsraad een rapport waarin zij streefden naar een onderwijs dat meer gebaseerd is op onderzoek. Uit onderzoek is gebleken dat een bepaalde lespraktijk of methode voordelen biedt of nadelen verkleint. Bij het opstellen van dit rapport had de raad ook oog voor de (vak)didactiek. Volgens de raad worden de resultaten van de onderwijswetenschappen niet genoeg benut en te weinig verzameld en verzilverd.



MAAR...


Enerzijds nemen te weinig leerkrachten kennis van onderwijsonderzoek en staan zij hier niet enthousiast tegenover. Anderzijds hebben onderwijsonderzoekers vaak te weinig zicht op de onderzoekspraktijk.

Evidence-based onderwijs kan gedefinieerd worden als volgt: Onderwijs moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke evidencie, dat wat men doet of beweert, bewijst. Deze onderzoeken spelen zich af op verschillende niveaus naargelang het doel van het onderzoek.

  • Niveau van het onderwijsbeleid
  • Niveau van de school 
  • Niveau van de klas. 

Evidence-based onderwijs is moeilijk te introduceren in het onderwijs omdat we hier werken met persoonlijkheden. Een interactie tussen de persoon en het onderwijs. Als leerkracht moet je vooral al je 'sterke kanten' inzetten. Een methode kan bij leerkracht X goed werken, maar bij leerkracht Y kan deze methode helemaal averechts werken omdat hij of zij niet over dezelfde 'sterke kanten' bezit. Wetenschappelijke inzichten zullen dus voor de ene leerkracht inzetbaar zijn, maar voor de andere leerkracht niet het gewenste effect geven.


Onderwijsonderzoek wordt vrijwel altijd geabstraheerd van een aantal in de praktijk relevante zaken. Hierdoor kunnen we uit deze onderzoeksconclusie geen concrete richtlijn stellen. Wanneer we deze onderzoeksconclusie toch gaan omvormen tot concrete richtlijnen, lopen we het risico dat leerlingen minder gaan presteren omdat ze zich niet meer als persoon zien op school maar als een anoniem nummer. Of dat leerkrachten de werkdruk niet meer aan kunnen door de te grote verschillen. Wetenschappers kunnen namelijk maar een beperkt aantal verschijnselen tegelijk valide onderzoeken, gedurende een zeer beperkte tijd. Hierdoor houden ze te weinig rekening met relevante zaken en onderlinge verschillen tussen leerlingen, leerkrachten en scholen. Didactische onderwijsonderzoeken zouden gezien moeten worden als 'voorzichtig advies'. Vernieuwingen moeten gekozen worden door de personen die verantwoordelijk zijn voor de gevolgen daarvan, dus de scholen en de leraren. 

Conclusies uit onderwijsonderzoek moeten dus gezien worden als een advies aan leraren. Leraren zouden daarvoor de ethiek moeten ontwikkelen die onderwijsonderzoek een kans biedt. En dat goed onderwijs geven meer is dan vasthouden aan gewoontes of zomaar wat aanmodderen. 


Bronnen: 

Minkema, H., (2012). Kritiek op een evidence-based benadering van onderwijs, in het bijzonder didactie. Gevonden op 2 december 2016 op het internet: https://onderzoekonderwijs.net/2012/08/20/kritiek-op-een-evidence-based-benadering-van-onderwijs-in-het-bijzonder-didactiek/ 

Maes, F., Clarebout, G., De Fraine, B., Smits, D., Vanderhoeven, J. (2012). Evidence-based Education. Over onderzoek en/in onderwijs in Vlaanderen. Gevonden op 2 december 2016 op het internet: https://associatie.kuleuven.be/schoolofeducation/bijlagen/maes-ea-2012.pdf 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten